LabMag: het magazine met inspiratie voor onderbenutte ruimte

Met trots presenteren we: de eerste editie van LabMag.

Met ons nieuwe magazine delen we inspiratie voor onderbenutte ruimte. Elke dag schrijven er mensen mee aan positieve verhalen. Professioneel, uit engagement of gewoon spontaan. Die verhalen zetten we graag in het licht.

LabMag: het magazine met inspiratie voor onderbenutte ruimte

In de eerste editie van LabMag gaan we in gesprek met mensen die ons inspireren. Ze vertellen verhalen die onze verbeelding prikkelen en tegelijk concrete oplossingen aanreiken om onderbenutte ruimte anders te gebruiken.

  • We spraken met Kira Van den Ende, beleidsmedewerker circulaire economie bij Bond Beter Leefmilieu en Jesse Foster Honsa, architect en postdoctoraal onderzoeker bij de KULeuven over de vraag hoe we meer mensen kwalitatief kunnen laten wonen door het bestaande patrimonium anders in te richten. Als Belg zijn we koplopers qua woonoppervlakte per huishouden, maar daar zit net de opportuniteit: we hoeven geen nieuwe woningen te bouwen om de toenemende woonvraag in te vullen. De kunst is om het geen kwestie van puur ‘kleiner wonen’ te maken, maar situaties te ontwerpen waarin we aangenamer en rijker kunnen samenleven.
  • In een interview met architect en criticus Tim Peeters van het Rotterdamse Falsework spraken we over rechtvaardig ruimtegebruik. De ruimte staat in dienst van de maatschappij dus het vormgeven van die ruimte gaat in de kern over het vormgeven van een rechtvaardige maatschappij. Dat wordt vaak over het hoofd gezien wanneer je puur bezig bent met ontwerpen of het economische aspect. Rechtvaardig ruimtegebruik betekent dat bewoners en passanten zelf een invulling kunnen geven aan vrije ruimte: braakliggende terreinen die dienen als speelplek, open ruimte voor buurtactiviteiten, herbestemming van plekken op een manier die inspeelt op echte noden en in samenspraak met de bewoners. Onderbenutte ruimte heeft een grote waarde en vooral: het is fijn om zo’n ruimte om je heen te hebben.
  • Hoe kan je de grote vraag naar bruikbare ruimte koppelen aan onderbenutte panden in de stad. Mathias De Stecker van Modulair vertelt ons hoe ze dit in Brugge aanpakken met schwung. Het idee dat iedereen een eigen ruimte nodig heeft, of dat ruimte slechts geschikt is voor een soort invulling, is voorbijgestreefd. Sommige mensen hebben een ruimte nodig voor slechts een dag, of enkel ’s avonds of in het weekend. Winkels zijn niet meer zo zwart-wit als vroeger en combineren hun beleving bijvoorbeeld met een koffiebar in huis. Het vergunningskader is hier nog niet aan aangepast en mensen met ideeën botsen vaak op een kluwen aan overheidsdiensten en stakeholders die hun fiat moeten geven. Dat terwijl er in een stad vaak panden enkele leegstaan doordat een projectontwikkelaar bezig is met de vergunningen, of door eigenaars die niet onmiddellijk een nieuwe invulling vinden. In de praktijk is het een kwestie van durven en doen: vraag en aanbod aan elkaar koppelen, initiatiefnemers ontzorgen, ruimtes inrichten voor tijdelijk gebruik en zo samen de stad invullen voor het leven van nu.
  • Ruimte delen gaat in de praktijk gewoon over mensen en hun woonkwaliteit in het dagelijkse leven. We zochten en vonden vlot twee inspirerende verhalen van mensen die spontaan hun ruimte delen met de buren. Katrien uit Drongen deelt haar tuin en zwemvijver met de achterburen. Het begon spontaan toen de houten schutting het begaf en de buurkinderen spontaan kwamen spelen; intussen zijn er fijne afspraken en brengt het leven en gezelligheid in de tuin die anders veel te groot zou zijn. Stephanie woont met haar gezin met drie grote kinderen in Brugge en huurt tijdelijk een aanpalende ruimte van de buren als uitbreiding. Het gezin woont compact, maar met de kinderen in de puberteit kwam de behoefte aan meer ruimte – en tegelijkertijd het besef dat ze over een aantal jaren niet meer voltijds thuis wonen. Het gezin huurt nu de ruimte van de buren als extra woon- en werkkamer en heeft de oude woning en de nieuwe ruimte verbonden via een binnentrap en opening. Zodra die niet meer nodig is, kan ze eenvoudig weer verwijderd worden. Simpel en ingenieus!
  • In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw werden sociale woonwijken ontwikkeld in verkavelingswijken met vrijstaande en halfopen bebouwing. Veel van deze woningen zijn intussen verouderd, maar de business as usual om dit aan te pakken is vandaag slopen en herbouwen, alles woning per woning renoveren, of greenfields aansnijden voor nieuwbouw. Deze methoden zijn noch circulair, noch stroken ze met de eigen doelstellingen van Vlaanderen om geen onbebouwde ruimte meer aan te snijden tegen 2040. We zetten graag ons eigen transformatiemodel voor verouderde wijken in de kijker. Door in te zetten op ontharding, meer groen , meer collectiviteit en ruimte voor ontmoeting, traag verkeer voor leveringen en parkeerplaatsen op maximaal 150m aan de rand van de wijk en het horizontaal verbinden van woningen creëerden we een model met meer woningen én bijna dubbel zoveel onverhard groen. De mix aan compacte en grotere woningen, rolstoelvriendelijke woningen en kindvriendelijke buitenruimte maakt dit ontwerp op maat van de demografische evolutie, en uiteindelijk: de mensen die er wonen.

Alle interviews en verhalen kan je in detail lezen in ons magazine. Je kan het gratis downloaden via onderstaande knop, of indien je graag een gedrukt exemplaar wenst dan kan je dat komen ophalen tijdens onze kantooruren in Gent.